Het Reiki-groeipad: minder is meer

Bronwen and Frans StieneArticles, Nederlands 2 Comments

mount Fuji

Iedereen maakt op een andere manier kennis met Reiki. Zeker omdat er zeer veel verschillende stromingen zijn. En zeker zo belangrijk: zo veel mensen, zo veel meningen. Ik weet niet hoe het jullie is vergaan, maar zelf maakte ik kennis met Reiki als een soort magische geneeswijze uit het Oosten. Dat Oosten sprak mij wel aan, maar die magische geneeswijze kon ik niet zo goed plaatsen. Daar ben ik simpelweg te rationeel voor. Toch kriebelde het en laten we eerlijk zijn: je kunt pas een evenwichtig oordeel over iets hebben als je er mee aan de slag bent geweest. Op 9 november 2003 zette ik daarom de eerste stap op mijn Reiki-pad: ik werd geïnitieerd in de eerste graad van Tera Mai Reiki. En zo begon een interessant, leuk en opmerkelijk groeipad.

Als rationeel product van het Westen wist ik ook na de initiatie nog niet zo goed wat ik er van moest denken. Het voelde ‘goed’, dat was zonneklaar, maar wat kon je nu eigenlijk verder met Reiki doen? Zelfbehandelingen geven? Anderen genezen? Of nog andere, magische dingen? Het was alsof ik een onbekend apparaat in handen kreeg met een gebruiksaanwijzing van slechts één regel. Dat maakt het knap lastig het apparaat te gebruiken. Of om zelfs maar te weten waarvoor het apparaat is bedoeld. Dat lossen we dus op door te lezen, dacht ik. Wie nu in mijn boekenkast kijkt ziet daar nog steeds het resultaat van: tientallen boeken van alle bekende auteurs op dit gebied. Wat me als eerste opviel? Dat Reiki ook met symbolen werkt. Lezend in de verschillende boeken kwam ik al snel tot de conclusie dat ik verder moest met Reiki. Ik kon mezelf toch niet het gebruik van die geweldige symbolen onthouden? In juni 2004 vond mijn initiatie in Tera Mai Reiki II plaats. Naast het ritueel van de initiatie werd ik overladen met een ware stortvloed aan symbolen. En vanuit het Westerse motto ‘meer is beter’ kon ik mijn geluk niet op. Wat een gereedschap en wat een mogelijkheden; het voelde als een kind in een speelgoedwinkel. Er was maar één probleempje. Ik bleek volstrekt niet op zoek te zijn naar een speelgoedwinkel.

Geen pot met goud

Laat ik eerlijk zijn: ik werd een beetje overweldigd door de mogelijkheden en toepassingen zoals die in het Westen aan Reiki worden toegedicht. Veelal – of zelfs uitsluitend – gericht op genezing en voorzien van een uiterst kleurrijk scala aan toeters en bellen. Zomaar een greep uit mijn ervaringen en de opmerkingen die ik hoorde:

  • “Tera Mai Reiki is de krachtigste variant en daarom beter dan andere stromingen.”
  • “De symbolen werken heel goed als je een groter huis wilt of een betere baan.”
  • “De symbolen zijn heilig en bevatten een onvoorstelbare kracht.”
  • “Als Reiki Master geef ik jou het vermogen Reiki te gebruiken. Dat is een energetische gift waarvoor ik in ruil een financiële gift verlang.”

Het klopte niet. Was Reiki dan zo oppervlakkig dat het alleen was bestemd voor het beïnvloeden van externe factoren? En mocht je er zo vanuit je ego mee omgaan? Het leek wel alsof er een strijd gaande was zoveel mogelijk symbolen te kennen. Of in zoveel mogelijk stromingen tot Master te worden opgeleid. In mijn inleiding schreef ik al dat ik in eerste instantie tot het woord ‘Oosters’ voelde aangetrokken. Daar bedoel ik het volgen van een innerlijk pad mee dat er toe leidt dat ik me (heel vrij vertaald) in ieder opzicht geweldig voel. Me fysiek goed voelen is mooi meegenomen, maar innerlijke ontwikkeling moest naar mijn idee ook tot uiting komen in wijsheid, inzicht en geestelijke rust. Mijn Reiki-pad tot nu toe, zo realiseerde ik me, had zich vooral naar buiten gericht. Zoals bij de regenboog bleef de pot met goud ver buiten mijn bereik. Het was tijd om me naar binnen te keren. Niet met het motto ‘meer is beter’ maar ‘minder is meer’. Ik wilde terug naar de basis.

Terug naar de basis

“Wat een opluchting,” dacht ik toen ik besloot ‘opnieuw’ met Reiki te beginnen. Ik had eindelijk een prima Master gevonden en dat merkte ik direct tijdens de initiaties in Usui Reiki I en II. Geen toeters en bellen, maar een gezonde kritische houding. Geen fabeltjes over het leven van Mikao Usui en de oorsprong van Reiki, geen dogma’s, geen denkbeelden die zijn gericht op het versterken van het ego… Kortom, terug naar de kern.

In september 2005 kreeg ik uiteindelijk mijn Usui Reiki III initiatie na een intensieve, 12 maanden durende opleiding. Er was ondertussen een compleet nieuwe wereld voor me open gegaan. Reiki bleek inderdaad een persoonlijk groeipad te zijn met een onvoorstelbare diepgang. Een diepgang trouwens, die besloten ligt in de eenvoud van het systeem en niet in de complexiteit ervan. Net als bij een ui begon ik te beseffen dat ik laagje voor laagje moest afpellen om bij de kern te komen. En nog het meest opmerkelijke van dat alles: die kern bleek in mij zelf te zitten. Niet in de symbolen, niet in een volle portemonnee, niet in een groter huis en zelfs niet in een Master. Het voelde alsof het water steeds minder troebel werd; onderdelen van het Reiki-systeem vielen meer en meer als puzzelstukjes op hun plaats. Het voelde als thuiskomen.

In mijn persoonlijke beoefening maakte ik in deze tijd ook de omslag van als een bezetene op zoek gaan naar ‘slachtoffers’ voor het geven van een Reiki-behandeling naar meer introspectieve technieken. Ik ging mediteren en richtte mij op meditatieve vormen van zelfbehandeling. Daarnaast stelde ik vast dat ik het aangereikte gereedschap, zoals de vaste handposities, langzamerhand los ging laten. Daarvoor in de plaats creëerde ik een krachtige – maar lastig te beschrijven – band met Reiki. Voor het eerst voelde ik dat ik één begon te worden met Reiki. Of nog preciezer geformuleerd: ik ondervond door concrete experimenten en waarnemingen dat Reiki geen methode of gereedschap buiten mij is, maar een onlosmakelijk onderdeel van mijzelf. Dit was wat ik met een groeipad bedoelde, zo realiseerde ik me. Zowel wat betreft het gedachtengoed als de praktische toepassing ervan. Daar wilde ik verder mee – met hart en ziel.

Doen, doen, doen

Als het teruggaan naar de kern mij zoveel verder bracht, kon ik dan nog dichter bij de kern komen? Waren er nog meer lagen om af te pellen en balast om naast mij neer te leggen? Juist op het moment dat ik mezelf die vragen stelde, liep ik tegen twee boeken van Frans en Bronwen Stiene aan: The Reiki Sourcebook en The Japanese Art of Reiki. Of ik ze direct heb gelezen? Verslinden is het juiste woord. Eindelijk écht goede no-nonsense boeken over Reiki en de toepassing ervan. Het vervolg spreekt voor zich: ik heb als cursist meegedaan aan de Shinpiden-cursus die Frans van 12 t/m 14 september 2008 in Nederland organiseerde. Wat een ervaring en wat een lessen. Als ik de opvallendste leerpunten moet noemen, dan zijn dat:

• Reiki is ‘non-duaal’ – er is geen sprake van gever en ontvanger, van jij en ik, van Reiki en niet-Reiki. Er ‘is’. Reiki is een onlosmakelijk onderdeel van ons allemaal; je staat er nooit buiten. Dit gedachtengoed komt overal van pas bij het beoefenen van Reiki. Om te beginnen bij het bepalen van je intentie met Reiki. Geloof me: het maakt een wereld van verschil.

• Net zo’n wereld van verschil zit in het loslaten van het idee dat je handen het primaire Reiki-gereedschap vormen. Reiki doe je met je hele lichaam. Uiteraard met je handen, maar ook met je buik, met je hoofd, met je benen, met… met je hele ‘zijn’. Probeer het maar: je ervaart de energie op deze manier onvoorstelbaar veel intenser.

• Het Reiki-systeem is mooi in al haar eenvoud. Juist door die eenvoud. Van leefregels tot symbolen en mantra’s: het past precies in elkaar en er is niets teveel en niets te weinig.

De belangrijkste regel? Die is even simpel als eenvoudig: doen, doen, doen. Al lees je honderd boeken over Reiki, of al volg je tal van cursussen, uiteindelijk moet je het zelf doen. Adem Reiki, leef Reiki, doe Reiki, oefen Reiki… Hoe meer je er mee aan de slag gaat, hoe meer het Reiki-pad zich voor je ontvouwt. Verlies daarbij één ding niet uit het oog: houd het simpel. Laat je niet afleiden door mooie praatjes of potten met goud, maar vertrouw op je innerlijke pad. Minder is daadwerkelijk meer.

De toekomst

Goed, de cursus zit er op en ik loop op dit moment over van de energie. Ik wil oefenen, mediteren, contempleren… Lekker met Reiki aan de slag. Ik bedoel: met mezelf aan de slag, want daar komt het op neer. Laat ik eens concreet maken wat ik bedoel:

  • Zoveel mogelijk, liefst dagelijks, mediteren om nog inniger vertrouwd te raken met Reiki. Zowel met de Kotodama’s als de Leefregels en andere gereedschappen uit Reiki. En uiteraard mijn uiterste best doen om ernaar te leven – in woord en daad.
  • Laagje voor laagje afpellen van de buitenkant van Reiki en stapje voor stapje niveaus aan de binnenkant van Reiki ontdekken.
  • Behandelingen geven; zowel aan mijzelf als aan anderen.
  • Reiki-les geven om zoveel mogelijk mensen op weg te helpen met een wonderbaarlijke Reiki-reis.

Of ik nog tastbare doelen heb met Reiki? Me iedere dag een beetje minder boos maken, me iedere dag een beetje minder zorgen maken, …

Comments 2

  1. Avatar of Carin rietveld

    Heel mooi geschreven, ik ben lang op zoek geweest op mijn reis met reiki, dit verwoord het heel mooi en merk ik ook in mijn omgeving!

  2. Avatar of Frans Stiene

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *